Meditatie
Als je iemand ziet mediteren ontstaat makkelijk de indruk dat meditatie bedoeld is om naar binnen te keren. De beoefenaar zit stil, in sommige tradities met de ogen gesloten. Je krijgt de indruk dat iemand vooral gericht is op zijn binnenwereld.
Wie herkent niet de neiging om even uit contact te gaan. Om uit te checken bij de doorgaande stroom prikkels en informatie. Zeker voor gevoelige mensen is de buitenwereld van tijd tot tijd te veel. Je wilt toch gewoon even thuis bij jezelf komen? Nu even niet sociaal zijn?
Meditatie komt daaraan tegemoet. Meditatie brengt je geest thuis. Dat is heilzaam. Door (regelmatig) te oefenen- en dat heeft ook inspanning nodig- kun je gaan rusten in de stilte en ruimte van je bewustzijn, in de grond van je geest.
Meditatie heeft ook een andere kant. Zijnsoriëntatie gaat ervan uit dat alles al-verbonden is.
Er bestaan geen aparte zelfstandigheden die onafhankelijk van elkaar zijn. In het boeddhisme wordt dat emptiness genoemd, leegte. Die al-verbondenheid herinner je je als je mediteert. Dat keert je oriëntatie in zekere zin weer om, je weet je verbonden met alles en stelt je voor die werkelijkheid open. De werkelijkheid is open en stromend, onafgebroken in verbinding met alles in de wereld. Alles is onbepaald. Zo mediteer je voor jezelf en onafgescheiden van de wereld.
In mijn dagelijks leven kan ik dit niet spontaan zo herkennen. Daar ben ik een rasechte eilandbewoner die zich heel graag denkt te kunnen isoleren voor de wereld. Als ik me afstem of mediteer besef ik steeds opnieuw hoe nodig ik dit heb en hoe kostbaar het is als herinnering aan allang ontwaakt zijn in de heelheid van Zijn.